FOTO'S UIT DE OUDE DOOS VAN: LANDBOUWMECHANISATIE III

Door Niels in Agrifoto Foto's, zondag 10 februari 2019 14:00

In deze fotoreportage behandelen we foto's uit de nummers mei en juni van Landbouwmechanisatie 1967. Voorlopig even de laatste. Verschillende praktijkonderzoeken worden beschreven maar ook de nieuwste technieken in Liempde komen voorbij.

In het meinummer van 1967 worden verschillende trommelschudders beproeft door het Instituut voor de Landbouwtechniek en Rationalisatie. Dit is schudder A, een merk wordt niet genoemd. Hij heeft 4 rijen met dubbele veertanden.

Schudder C heeft 2 rijen zware, stijve tanden.

Er zijn ook trommelschudders met zwadborden zoals deze Kemper.

In een ander artikel wordt stilgestaan bij de gewasverzorging van suikerbieten. De proefvelden werden door deze 5-rijïge Tank gezaaid. Ervoor staat een Fordson Dexta.

Een Ferguson TE 20 met schoffelbalk en achter een Vicon Steketee slingerdunner. Het combineren van de 2 werkzaamheden geeft een arbeidsbesparing.

Ook wordt beschreven hoe in de Veenkoloniën de teelt van suikerbieten geschiedt. Het land wordt in het voorjaar geploegd en moet bezakken of worden aangedrukt. Hier nog geen pakkerwals maar een cambridgerol en zig-zag eg.

Een International McCormick met Fähse Monozentra 12-rijïge zaaimachine.

In de Veenkoloniën wordt deze rijendunner meer toegepast omdat de beschikbare arbeid voor het dunnen afneemt.

Proefboerderij De Oostwaardhoeve voerde in 1966 proeven uit met het dorsen van roodzwenkgras. Doel was het vochtpercentage zo laag mogelijk te houden. Deze Claas SFB is aangepast zodat de tankvijzel gebruikt kan worden om zakken te vullen.

Beemd-langbloem dorsen op stam. De Claas Matador combine met zakkeninrichting wordt eveneens via de vijzel van de graantank gevuld. Deze keer de onderste vijzel en niet de bovenste.

Een BM Volvo S-1000 A met Zwaan? Opraper. Dorsen uit het zwad leverde meer zaad op dat bovendien droger was.

Nieuw is deze Älo-Quicke voorlader uit Zweden met een hefvermogen van 600 kilo.

Gemaaid gras laden met een maaikneuzer staat er op de voorpagina in juni 1967. We zien een Nuffield trekker met klepel-hakselaar en Miedema? zelflossende wagen.

Er is veel aandacht voor een zestal nieuwe risters op de Nederlandse markt. Hier de Duitse Eberhardt E 282 met ervoor een Same Centauro. Er werd gedemonstreerd in Flevoland bij een ploegdiepte van 22 centimeter.

Het Van Rumpt (Rumptstad) 108 rister op zware kleigrond. LM merkt op dat het rister lang is en de grond volledig keert, ook bij zware grond. Eigenlijk hoe we het merk nu ook nog kennen.

Een ander model Rumptstad ploeg, de IIIV. Deze ploeg werd getest voor het onderploegen van een grasgroenbemester.

In 1948 werd voor het eerst op landgoed Velder een werktuigendag gehouden. 1967 was dus de 20e editie. Eén van de weinige trekkers was deze Ursus C-335 met een 2-cilinder 30 pk motor. Brustrac uit IJsselstein importeert hem.

De Agricombi grondbewerkingsmachine werkt volgens een Frans principe en wordt door Kebro uit Dongen gebouwd. Naast rotorkopeg kan de machine als hooischudder worden gebruikt!

De Holablazer trommelschudder is vanaf nu leverbaar in de hefinrichting. Hoopman uit Aalten, tegenwoordig Holaras, bouwt hem.

Welgro uit Groenlo toonde een ‘zelfrijdende vacuümmestzuiger’. Voor de Welgro 3000 wordt een Fordson trekker gebruikt als basis. De tankinhoud bedraagt 3.000 liter. Hij kost 16.000 gulden.

Miedema liet een van de eerste Nederlandse opraapwagens zien. De machine heeft een tandemstel, wat bijzonder wordt geacht, en hydraulische diepteregeling. Hij kost 6.450 gulden.

De Goudland cirkelmaaier heeft 1 maaischijf met een werkbreedte van 1,25 meter. Voor transport zwenkt de machine 90 graden naar achteren.

Machinefabriek Brouwer uit Oudenbosch toont de B.A.V. 6-tons kipwagen met stalen bak en automatisch achterschot.

Huisman & Zn uit Pingjum importeert deze bijzondere Adams kipper uit Engeland. Het is zowel een 2- als 4-wielige wagen. De voorwielen zijn zwenkwielen en de trekboom zit vast gemonteerd. Door hem met de hefinrichting op te tillen kun je hem als 2-wielige kipper gebruiken.

Miedema stortbak voor het lossen van kipwagens.

En om ze op te laden heeft Breston uit Nieuwe-Tonge een opschepmachine die 2 meter uit kan schuiven. Hij kost 7.500 gulden.

Deze speciale Vicon Acrobat werd door de heer Vollebregt uit Wieringerwerf gefabriceerd. Hij is bedoeld om slootkanten uit te harken.

Sinds enkele jaren is er interesse om stro te verhakselen, noteert LM. Vooral in het zuidwesten. Er werden in Nederland 40 machines verkocht. Van Gemeren Greup, Clayson importeur, levert deze Rekord aan een M103 combine. ‘H. Janse Wolfaartsdijk’ staat er op de kont.

Claas levert als enige fabrikant zelf een hakselaar. Hier aan een Matador. Hij snijdt tevens het korst van de 4 geteste machines.

Het doen van de proeven waarbij een Landrover als meetvoertuig fungeert.

Voor wie het stro wil persen is er ook een artikel. Door de komst van maaidorsers is de stro-oogst aan verandering onderhevig. Balen worden met de hand opgestapeld en vervolgens door een klem opgeladen. Hier aan een Allis-Chalmers met voorlader.

Een eenvoudige houten wagen voor stropakken. Door de lage bouw passen er veel balen op. Hij is slechts 55 centimeter hoog.

Pakkenverzamelwagen.

Nieuw is de Same Atlanta 45 met een luchtgekoelde V-motor die 36 pk aan de aftakas levert. De trekker is ook met vierwielaandrijving leverbaar.

De Universele Stoll type N voorlader aan een Ford 3000.

Ferrari MT 65 tuinbouwtrekker die Hoegen Dijkhof importeert. Hij heeft een 20 pk Slanzi dieselmotor en vierwielaandrijving.

De heer Legasse, directeur van de Ford trekkerfabriek in Antwerpen, draagt de 5000e Ford trekker over aan de heer Drijver, van de Nederlandse Ford Automobielfabriek.

Ford heeft meer te vieren. Vijftig jaar eerder lanceerde Henry Ford namelijk zijn eerste trekker. Ford groeit al snel uit tot de grootste trekkerfabrikant van de jaren 20. Het heeft 75% van de Amerikaanse productie in handen! De productie bestond uit slechts 1 model. Pas in 1955 komen er meer modellen, met de komst van een 11-koppige serie. In 1929 gaat het in Ierland trekkers bouwen, waarna de productie snel naar Engeland wordt verplaatst.