FABRIEKSBEZOEK JOHN DEERE - MANNHEIM

Door Niels in Agrifoto Foto's, zaterdag 24 februari 2018 19:00

Al eerder zagen jullie foto's van het bedrijfsbezoek aan de gigantische John Deere fabriek in Mannheim, die zijn leven begon onder de naam Lanz. In deze serie nogmaals een gedetailleerde rondgang in het kleine museumpje en het JD Forum.

Op de fabriek is het helaas niet mogelijk om foto's te maken. Alleen het standbeeld van grondlegger Heinrich Lanz mag worden vastgelegd. Uiterst rechts zie je een Zunhammer mesttank (uiteraard met een John Deere ervoor) die dienst doet als brandweerwagen.

Achterop het bedrijfsterrein, in 1 van de oude Lanz-gebouwen, bevindt zich een klein maar knus museum met enkele JD en Lanz pronkstukken en bijzondere modellen. Vaak de laatste van de lijn en met slechts enkele uren op de klok.

Een bekend Lanz model.

Het prille begin. De 'oer Bulldog' genaamd: De Lanz Gespann-Bulldog HL. Een stationaire motor die was bedoeld om dors- en zaagmachines aan te drijven. Hij heeft een 2-takt gloeikopmotor met 1 cilinder die 12 pk levert. Tussen 1921 en 1927 werd hij gebouwd door Heinrich Lanz. Een paard moest hem verplaatsen.

Rechts de Groß-Bulldog 22/28 Typ HR 2. Bouwjaar 1927-1929. Deze heeft een 22 pk 1 cilinder motor met 10,3L inhoud. Dit was de eerste in Duitsland gebouwde trekker op een assemblagelijn. Deze trekker is een zogenaamde Acker uitvoering met stalen wielen die kammen hebben voor werk op het land.

Links een Verkehrs-Bulldog 15/30 Typ HR 5. Bouwperiode 1929-1935 waarvan er in totaal 11.500 werden gebouwd. Hij heeft een 30 pk 12,6L 1 cilinder motor. Deze verkeersuitvoering is met verlichting uitgerust.

Rechts een Allzweck-Bauern-Bulldog D 5506 Typ HE, in het midden een Ackerluft-Bulldog D 7506 Typ HN 3 en links een Ackerluft-Bulldog D 9506 Typ HR 8.

Misschien wel de bekendste Lanz in ons land, deze D 9506. Hij heeft een 45 pk motor en werd tussen 1936 en 1955 gebouwd. In totaal werden er 56.400 gebouwd inclusief 2 andere types in deze serie. Een canvas dak, maaibalk, aftakas en de rubberbanden waren allemaal optie.

Lanz Ackerluft-Bulldog D 2806 A en Alldog A 1215. De rechter trekker werd tussen 1952 en 1955 gebouwd. Het is een bijzonder exemplaar want het chassis stamt van een oudere D 7506, waar later de D 2806 motor in is gezet. Deze ombouw gebeurde door Lanz zodat de trekker niet meer met een brander hoefde te worden gestart. De 3,7 liter 1 cilinder startte je elektrisch. De Alldog was de eerste werktuigdrager van Lanz, die slechts 1 jaar gebouwd werd begin jaren 50. De 2-takt motor is een halfdiesel Triumph.

Van klein naar groot: Bulli D 1106, D 4016 Diesel en D 6006 Diesel. Ook de 11 pk Bulli heeft een Triumph motor die Lanz in licentie bouwde. De motor ligt in rubber blokken voor demping. De middelste trekker is het laatste Bulldog type dat in Mannheim van de band rolde. Deze 'voldiesel' hoeft niet op benzine te worden gestart. Ook heeft hij hydraulische ventielen en een 3-punts hef. Het linker model was de zwaarste Bulldog met een 60 pk 7,3 liter motor. In de verkeersuitvoering werd hij zelf al met luchtremmen aangeboden voor de aanhanger in 1955! Maar liefst 63 jaar later steggelen we daar nu in Nederland over met de nieuwe voertuig eis.

JD General Purpose. Nooit in Duitsland nieuw verkocht maar vanuit historisch perspectief toegevoegd.

JD model R Diesel. De eerste JD met een dieselmotor die tussen 1949 en 1954 werd gebouwd. In totaal rolde er 21.000 van de band in Moline. Hij heeft een 48 pk 6,8 liter motor en 5 versnellingen. Een 2-cilinder ottomotor werd elektrisch gestart, waarna de dieselmotor als tweede startte.

In het kader van het Marshall plan voor de wederopbouw kwam deze trekker naar Europa.

Vervolgens begint de JD Lanz periode. Naast de R een groengele Lanz Bulldog D 2016. Vanaf september 1958 rolde alle Bulldogs in deze nieuwe kleur van de band.

De bekende modellen. Rechts de JD Lanz 100 met 18 pk en voorasvering.

JD Lanz 300 en 710. De 300 heeft 28 pk. Het was de eerste door JD ontworpen en gebouwde Europese Deere. De hydrauliek met mengregeling was een patent van JD. Vanaf 1963 werd de motor opgeschroefd tot 30 pk. De 710 werd tussen 1965 en 1967 gebouwd. De trekker werd ook in Noord-Amerika verkocht. Een aftakas met dubbele snelheid (1000/540) achter was mogelijk én een aftakas voor met 1000 toeren.

JD 920 en 3120. Met de lancering van de 20-serie in 1967 verdween de naam Lanz in zijn geheel. Ook werd het logo gemoderniseerd en kreeg het hert van Deere 2 poten.

De 3120 was de eerste 6-cilinder trekker die in Mannheim werd gebouwd. Tussen 1969 en 1972 was hij in productie waarbij er bijna 5.000 werden gebouwd. Een onder last schakelbare hoog-laag was standaard, net als een onder last schakelbare aftakas.

JD 3130LS. Deze trekker is voorzien van een FCS-cabine wat staat voor Fahrsicherheitskabine. Vanaf 1975 voerde JD de Generation II styling door. Dit exemplaar is bovendien voorzien van de HFWD (Hydraulic Front Wheel Drive). Daar vermeldt het plakkaat wijselijk niets over. Het was geen succes in Europa!

JD 2140, 2450 en 2850. De 2140 is voorzien van een VCE/SG1-cabine met klimaatregeling. De productie startte in 1979. Vanaf '82 werd het mogelijk om de 2140 met een mechanische 4WD uit te rusten en werd de bekende 'casterhoek' geïntroduceerd waarbij de vooras gekanteld is onder een hoek van 12 graden, zodat de trekker krapper draait. In 1986 stopte de productie.

De 2450, sowieso een bijzonder model, is uitgerust met de enorm bekende SG2 cabine. Met een geluidsniveau van 79 decibel de stilste in zijn tijd. De eenvoudigere CC2-cabine was eveneens leverbaar. Tussen 1986 en 1992 was hij in productie.

Ook deze 2850 is een bijzondere. Het topmodel uit de 4-cilinder 50-serie werd meestal niet met de goedkopere MC1 cabine uitgerust. Dit exemplaar is de laatste trekker die in Mannheim van de band liep waarbij een structuur-bouwwijze werd gehanteerd. Vervolgens schakelde de fabrikant over op geheel andere productie voor de 6000-serie, waarbij van een geïntegreerd frame gebruik werd gemaakt.