Foto's uit de oude doos van: Landbouwmechanisatie - 1969 III

Woensdag 01 maart 2023 Delen

Mei en juni zijn aan de beurt in deze reportage uit het Landbouwmechanisatie archief. Daarbij is veel aandacht voor de landbouw in de Verenigde Staten, waar de mechanisering eind jaren 60 al een stuk verder is en vooral de schaalgrootte.

De voorlichtingsring in 1968 tijdens de werktuigendagen in Liempde. Foto: U.D. Kalverkamp.


Buitenbewaring van stropakken met dunne plastic zeilen.


Deze stapel is afdekt met golfplaten die met staaldraadkabels onder de stapel liggende stangen zijn bevestigd.


Voor de grondbewerking bij de bietenteelt gebruiken Amerikaanse boeren ondiep werkende werktuigen zoals deze stereggen.


Bij het schoffelen met brede zaaimachine wordt veel dubbellucht toegepast op zware trekkers. De machines zijn hydraulisch opklapbaar.


Veel zaaimachine zijn van het drie-in-een type waarbij kunstmest en onkruidbestrijdingsmiddel in de vorm van granulaat worden toegediend.


Bietendunnen met een zondunner in combinatie met een schoffelmachine. Dit was op een bedrijf met 160 hectare in Idaho. De werksnelheid van de Allis-Chalmers D17 is 8 tot 10 km/u.


Goedkope arbeid bij het opeenzetten maakt dat de noodzaak van ruim zaaien zoveel mogelijk wordt vermeden. Mexicaanse arbeid is belangrijk voor dit werk.


Twaalfrijige zondunner op het bedrijf van Gerhard Ross in East Grand Forks, North Dakota.


Bietenteler Frank Barnes past een zelfgebouwde kopmachine toe. De tasterwielen bestaan uit rubberbanden.


Bij het bepalen van het koptarra door de Great Western suikerfabrieken worden bieten met een maximale doorsnede van 4,5” conisch gekopt. Kleinere worden vlak afgesneden.


Laden van hooi met de opraapwagen. Een Kemper achter een Deutz trekker.


Ook riet kent een sterke mechanisatie. Hier een rietbundelmachine met links een transportband voor de bundels en rechts het uitgekamde afval.


Nadat het veldgewas op de invoerband heeft geschoven vindt de verdere behandeling automatisch plaats.


Transport-, schud- en struikgedeelte van de PAW rietbundelmachine.


De nauwkeurige bundelomvang gedoseerde hoeveelheid riet in een volgende positie van de doseerschijf. Zeer stijf gebonden bossen worden verkregen.


Met gewapend polyester kunnen ook kuilvoersilo’s worden gebouwd. Bij de heer K. Buit in Nieuwleusen is een proefsilo gebouwd. De silo is met glasvezel gewapend


Een vastetandcultivator in het artikel Grond en Werktuig.


Een moderne ploeg.


De spitmachine als alternatief voor de ploeg.


Grondbewerking en trekkracht.


De fabriek van Walterscheid in Lohmar waar koppelingsassen worden gemaakt. Het bedrijf heeft 3 fabrieken nabij Keulen, Sieburg en in Kiel. Na de tweede wereldoorlog werden cardanassen voor vrachtwagens een belangrijk product voor Walterscheid. In 1953 werd de koppelingsas voor landbouwwerktuigen op de markt gebracht.


De Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij heeft de mengrotor gepresenteerd. Zware en moeilijk bewerkbare gronden worden ermee bewerkt. Sinds 1962 werkt de KNHM met mengrotors. De rotor heeft een diameter van 240cm en werkt 150cm breed. Hij kan tot 1,25m diep werken en vereist dan ook 240 pk. De capaciteit is – ten opzichte van de vorige machine – verbeterd van 25 naar 7 uur per hectare. De machine kan voor 1000 tot 1200 gulden per uur worden gehuurd.


De Claeys Bok laadschop die W. van Gemeren en Zonen importeert. De machine is nog weinig in de landbouw toegepast maar nieuwe hulpstukken moeten daar verandering in brengen.


Kistenkantelaar met aan de onderzijde een Boxenboy doseerder van Jabelmann.


Op 11 april 1969 was het feest in Gennep bij J.J. Jansen die 50 jaar geleden een bescheiden mechanisatiebedrijf begon. Inmiddels staat het bedrijf bekend als Mechanisatie Centrum Wageningen. Naast Renault worden o.a. Wisent, Hagedorn, Veldini, Braud, Welger en JF verkocht.


Zomerstalvoedering op de Eemshoeve met een Schuitemaker UTW zelflossende wagen. Foto: L. van Loo.


Begin mei werden de werktuigendagen in Liempde weer gehouden. Een nieuwe harkmachine is die van Kemper. De harken zijn scharnierend aan de elementen bevestigd. Als de machine draait gaan ze naar buiten staan. Hij kost 1.400 gulden.


Een nieuwe trommelschudder is deze Niemeyer machine van Brinkman en Niemeyer.


Grote opraappers van Claas. De machine is nog naamloos (en zal later Dominant gaan heten, zo weten we nu).


De International McCormick 420 is een fraai gelijnde opraappers afkomstig uit de Franse IH fabriek. Heesters te Haaren toonde hem in Liempde.


De Hewi hakselwagen van de firma Vlogtman heeft een nieuw soort losmechanisme bestaande uit een bodemketting en verticale losketting en een klep die vanaf de trekker bediend kan worden. Als de klep opent ontstaat een spleet waar de beide kettingen het gehakseld materiaal door duwen.


De Kemper doseerinstallatie werkt, net als de Mullos, met een opvoerketting en tegengesteld draaiende afstrijkketting.


De Taarup strohakselaar heeft een rotor met scharnierend bevestigde messen. Hij werkt 1,50m breed.


De Nardi spitmachine heeft 6 spaden die een spittende beweging maken maar de grond niet keren. De werkbreedte is 1,60m. Techno-Import uit Rotterdam importeert de machine.


De GLB rijenfrees van Groenewegen’s Landbouwwerktuigen N.V. te Rozenburg is een vierrijige hakenfrees waar aanaarders aan kunnen worden bevestigd. Hij kost 6.888 gulden.


Englebert te Voorschoten importeert de Belgische AVR aardappelrooiers. Hier de eenrijige machine met bunker uitgerust met een rolbodem. Hij kost 14.280 gulden. Een zakken- en wagenrooier of tweerijige bunkerrooier is ook leverbaar.


De Lely X is een eenvoudige centrifugaalstrooier die 10m breed strooit en 250 liter inhoud heeft. Hij kost 627 gulden incl. btw.


Miedema levert nu ook kipwagens met een stalen bak en automatisch openend achterschot. De afgebeelde wagen is een 6,5 tons uitvoering met tandemas. Hij kost 6.270 gulden.


De Wifo voor- en achterlader is uitgebreid met een zwenkende voorlader.


In het maartnummer werd al aandacht besteedt aan veldhakselaars, nu een vervolg. Hier de Köla Silverstar kooihakselaar die de snijlengte van 35mm tot 81mm kan variëren.


De Speiser Jaguar voorzien van een eenrijig maisvoorzetstuk.


New Holland 717 kooihakselaar met een variabele snijlengte van 5 tot 71mm.


Met een zgn. Aanzuigblazer met flexibel tussenstuk kan een hooimijt worden gevuld.


Een goed afgeschermde hooiberg met 3 roeden en 6 kanten.


Het ILR ontwikkelde een apparaat voor accurate toediening van krachtvoer. Op een bedrijf in Engelen is het apparaat geïnstalleerd. De schakelkast bevindt zich waar de koeien binnenkomen. Links de voederautomaten.


De zelfrijdende vacuümmestzuiger van loonbedrijf H.J. Lubbers te Ambt Delden. De basis is een Bedford vrachtauto waar een tank op is gemonteerd. Via een gelagerde as wordt de pomp aangedreven. Een Conax 3-7 koppeling, die 90 pk over kan brengen, kan tijdens het rijden worden geschakeld. Voor de vacuümpomp wordt er 120 pk van de krukas gebruikt.


Een reportage over het bedrijf van Robert Sakata uit Colorado. Hij boert op 600 hectare en teelt suikerbieten, erwten, bonen, suikermaïs, sla en uien. Daar is een uitgebreid machinepark voor nodig. Hier een portaaltrekker met rijenspuit: een Farmall 300.


Overzicht van een klein gedeelte van Montfort Feed Lots in Greeley Colorado. Een openlucht mesterij met 85.000 stuks vee.


Amerikaanse loonwerker in actie met zijn zelfrijdende New Holland pakkenlader op een bedrijf in Colorado.


Voor $8 per vracht van 96 balen wordt het hooi thuisgebracht en netjes in stapels gezet. De machine kan 90 km/u op de weg rijden.


Een onderdeel van de reclame voor de aardappelstaat Idaho.