Aan het laden
De pagina wordt geladen, je wordt zo doorgestuurd.
Foto's bestellen
Je hebt zojuist een foto toegevoegd aan je winkelmandje. Je kunt deze nu bestellen of nog meer foto's toevoegen.
Resultaat 1 van 4 getoond
Foto's uit de oude doos van: Loonbedrijf Brasser en v.d Sluis VI
Woensdag 02 januari 2019 Delen
En met dit zesde deel foto's zijn we eindelijk aan het einde gekomen van de historie van loonbedrijf Brasser en Van de Sluis. We bevinden ons nu in de jaren 90 en zien hoe vooral de mestaanwending rap evolueert. Tevens worden enkele unieke machines in eigen beheer gebouwd.

Begin jaren 90 wordt een demo Horsch Terra-Trac TT 250 met Vredo mesttechniek en zodebemester gedemonstreerd.

De Terra-Trac heeft 250 pk vermogen uit een Volvo 6-cilinder. Hij werd door Vredo uit Dodewaard geïmporteerd.

Mest aanvoer door Gebr. Verkooyen uit Langeweg met 6 DAF trucks en hun 2 Ginaf's.

De Ford 8730 met Record mesttank en Kongskilde bouwlandbemester.

Toch kwam er in 1992 nog een nieuwe enkelas Record mesttank. Hier met eveneens de 8730 ervoor.

De eerste grootpakpers op het bedrijf, in 1994. Een Claas Quadrant 1200 met ervoor een Ford 8630.

Deze trekker met een Lely rotorkopeg en Hassia zaaimachine.

Tussen 1994 en 1997 werd er enkele jaren lang drijfmest aangevoerd per schip. In de haven van Breskens werd deze dan overgepompt in tankopleggers en zo naar het land gebracht.

Hier staat de 8630 voor de enkelas Record tank.

Stro laden met een aangepaste John Deere 5400 hakselaar waar een hefmast met pakkenklem op is gebouwd.


In 1998 werd een JD 5460 hakselaar omgebouwd tot zelfrijdende hamermolen voor het malen van graan en korrelmaïs. Een omgebouwde kalkstrooier doet dienst als voorraadbunker.

Toch een Horsch trike op het bedrijf. Deze werd omgebouwd voor het zaaien van graan en graszaad. De Horsch leende zich hier goed voor, omdat hij een mechanisch aangedreven aftakas heeft en veel pk's. Groot nadeel was zijn lage snelheid op de weg. Op het platform is een Accord fronttank gebouwd. Erachter een Kuhn kopeg en Accord kouterbalk.


Spitten met de 8630.


In 1997 bouwde het loonbedrijf zijn eerste zelfrijdende graszaadmaaier. Als basis diende een New Holland zwadmaaier. De Eicher motor kwam van een WKM werktuigdrager en de cabine van een Riecam rooier. De maaier is een Vicon.

Proefdraaien in het eerste jaar.

Vervolgens werd de gehele machine netjes gespoten.



Drijfmest transporteren in de tweede helft van de jaren 90 met de Ford TW-25 en Record tank.

Wederom mestaanvoer door Gebr. Verkooyen met een DAF truck.




En als laatste foto de complete vloot van Claas maaidorsers in actie.
Het loonbedrijf bestaat nog steeds onder de naam Brasser en Van de Sluis. De huidige eigenaar, Corné den Hamer, kwam in 1984 bij het bedrijf in loondienst. Hij werd eerst mede firmant en nam later het bedrijf over, samen met zijn vrouw Marle. Wie meer foto's van de recente historie wil zien kan terecht in ons archief.
Met dank aan mevrouw Van de Sluis, Joop Cappon en Corné den Hamer voor het beschikbaar stellen van de foto's. Bijzonder veel dank aan Kees de Nood voor het verzamelen van de foto's, scannen en beschrijven van de bedrijfshistorie.
Advertentie
Reacties
Prachtige Foto's Kees, zeker de laatste 2 series herken ik nog veel van vroeger!
Bedankt aan allen voor het beschikbaar stellen van de foto's en teksten!
In die file Verkooyen autos heb ik ook regelmatig gestaan in 95, 96 en 97.
Dat de mest per schip werd aangevoerd was (in hoofdzaak)vanwege de varkenspest. Omdat er niets mocht worden afgevoerd kwamen de kelders vol te staan.
Uit nood mocht het dan, onder toezicht van de AID, worden afgevoerd naar een quarantaine locatie. Daat moest het dan een bepaalde periode (10 dagen volgens mij) in een verzegelde opslag blijven zitten waarna het dan virusvrij zou zijn en bij de afnemers op het land uitgereden kon worden.
Mooie reeks foto’s, Kees.
In die file Verkooyen autos heb ik ook regelmatig gestaan in 95, 96 en 97.
Dat de mest per schip werd aangevoerd was (in hoofdzaak)vanwege de varkenspest. Omdat er niets mocht worden afgevoerd kwamen de kelders vol te staan.
Uit nood mocht het dan, onder toezicht van de AID, worden afgevoerd naar een quarantaine locatie. Daat moest het dan een bepaalde periode (10 dagen volgens mij) in een verzegelde opslag blijven zitten waarna het dan virusvrij zou zijn en bij de afnemers op het land uitgereden kon worden.