FOTO'S UIT DE OUDE DOOS VAN: LANDBOUWMECHANISATIE 1977 IX
Door Niels in Agrifoto Foto's, zaterdag 8 maart 2025 19:00
In september en oktober 1977 een breed scala aan onderwerpen in Landbouwmechanisatie. Met onder andere nieuwe trekkers en maaidorsers bij de RIJP, een terugblik in het mechanisatieverleden en de historie van de fabrikanten Claeys en Niemeyer.

Ieder jaar sneuvelen er vogels, hazen, reekalfjes en ander wild door het maaien. Dit komt onder andere doordat we nu veel vroeger maaien en geen zeis meer gebruiken. Hier een buis die in het verlengde van de maaier is bevestigd.

Bevestiging vooraan de trekker.

De kettingen scharnieren om de buis en blijven met opgelaste ijzeren strippen op dezelfde plaats in de buis.

John Deere 1-rijïge aanbouw-bietenrooier. De koppen komen van de aangedreven taster op een dwarstransporteur die kan worden versteld om de koppen van 6 rijen in een zwad te brengen. De bieten van rijen worden met een zwenkbare transporteur in 1 lengte gebracht. Al sinds 1931 wordt met mechanisering van de bietenoogst in Californië geëxperimenteerd.

Verplaatsbare graandroger. Bij de inzet een aftakasaandrijving van de ventilator, machine en oliebrander.

Case maïsbinder met verticaal knoopapparaat. De machines werden voor de oogst van rijpe korrelmais en snijmais gebruikt.

Getrokken éénrijïge maïsplukker en ontvliezer.

Schema van een aanbouw-katoenstripper. De voorste sterren strippen de katoenbollen op verschillende hoogte van de plant. De volgende 3 transporteren en reinigen.

Allis-Chalmers 1-rijïge katoenplukker met voorraadbak. Het plukelement zit tussen de wielen achter de achteras van de trekker.

New Holland pakkenwerper waarbij het pak door 2 sneldraaide transportbandjes in de wagen wordt geworpen.

Zeer grote sleufsilo op een mestveebedrijf in de staat Iowa. Het laden gebeurt met een wiellader.

De Scalvenzi maai-opraapwagen die Techno-Import uit Italië haalt. Aan de opraapwagen is een cirkelmaaier bevestigd. De machine wordt op een aantal plekken in ons land voor zomerstalvoedering gedemonstreerd.

Farmhand stro-ontsluitmachine. Een hamermolen met inrichting voor het toedienen van natronloog aan stro. Dit verbetert de voederwaarde van stro.

De Leyland 462 is een 262 met vierwielaandrijving. Het vermogen bedraagt 62 pk.

De heer H.L.M. van Kerkhof uit Hermen heeft een machine gemaakt waarmee het afrasteren van percelen door het zetten van palen en aanbrengen van draden door 1m man uitgevoerd kan worden.

De machine van opzij gezien.

De voorraad palen wordt op de trekker meegenomen. De capaciteit bedraagt 1,5 tot 2 kilometer per dag.

Voor veld- en transportwerkzaamheden heeft de RIJP in 1965 een serie John Deere 4020 trekkers van 106 pk gekocht. Na 10 tot 12 jaar gebruik (12.000 draaiuren) zijn de trekkers aan vervanging toe. De RIJP besloot een aantal trekkers van het type 4230 aan te schaffen (118 pk). Alle 10 de trekkers zijn voorzien van een geluidsarme veiligheidscabine met airconditioning.

Rijdend lossen op de kuil met een opraapdoseerwagen. Mooi verdeeld in een niet te dikke laag.

Een geleideplaat voor de opraper is onmisbaar bij het oprapen van korte gewassen.

Het lossysteem van de opraapdoseerwagen van Welger.

De snijwals van een Krone opraapdoseerwagen zit boven de opraper.

Er wordt momenteel een groot aantal moderne bewaarplaatsen voor aardappelen gebouwd.

Bij het vullen moet eenzelfde storthoogte voor de hele partij worden aangehouden.

Provisorische bewaring met grotere kans op verliezen.

Als er te weinig strooisel wordt gebruikt hebben de koeien graag een standbedekking. Om dikke hakken te voorkomen is dat ook noodzakelijk.

Er wordt weinig verschil gevonden in de hoeveelheid strooisel die nodig is voor het schoonhouden van de koeien.

Of er nu wel of geen rand is toegepast maakt geen verschil.

Als er geen rand wordt toegepast gaan de koeien vaak wat meer naar achteren liggen. De schoftboom dient daarom ruim te worden afgesteld.

Het is dit jaar 25 jaar geleden dat de eerste Claeys zelfrijdende maaidorser op de Sima in Parijs werd geïntroduceerd in 1952. Het was niet de eerste maaidorser die men in Zedelgem had gebouwd. Dat was de MK 5-voets getrokken maaidorser. Het stro werd dwars geplaatst op een vijfdelige gaffelschudder. De capaciteit was voor die tijd vrij hoog, maar er waren teveel storingen. Ook bleef teveel zaad en rommel in dode hoeken achter. De machine was onder andere in gebruik bij loon- en mechanisatiebedrijf Van Gemeren uit Greup. Dit bedrijf had destijds ook een John Deere 55 zelfrijder, die veel beter beviel. Op aandringen van Fa. van Gemeren verbeterde Louis Claeys de machine en ontwikkelde hij een zelfrijder.

Het oprapen van siletta met een 10-voets Claeys MZ. Claeys koos voor de Vlaamse kleuren: geel en zwart. Een prototype werkte o.a. in de Dordtse Biesbosch. Het bleek een buitengewoon goede machine. De MZ werd de stamvader van alle Claeys maaidosers. De M103, M133, 1530 en 1540 zijn niets dan verbeterde MZ-modellen. De MZ werd ook wel de ‘Bels-Claas’ genoemd. Vooral in graszaad dorsen blonk hij uit. In 1959 waren er al bijna 1000 gebouwd.

Rond 1955 ontstond er een groeiende markt voor kleine maaidorsers. Claeys kwam daarom in 1956 met de M73. Dit was in principe een verkleinde MZ met 7-voet snijbreedte en een 73x60cm dorstrommel. Hij werd door een 45 pk motor aangedreven. In 1958 werd de M103 geheel nieuw ontworpen MZ. Hij was veel eenvoudiger te bedienen. In 1961 werd de M73 vervangen door de M80. Later werd dit de M89.

Een van de eerste Claeys Armada maaidorsers aan het werk in Groningen. Deze werd in 1962 op de markt gebracht. De machine had voor die tijd een ongekend hoge capaciteit. Het maaibord was 14 voet breed en de trommel meet 128,5x60cm. De machine werd eerst aangedreven door een 105 pk motor. Het was met de Armada mogelijk een derde meer te doen dan alle andere maaidorsers tot die tijd. Ook was het de eerste Claeys met een laag silhouet en moderne vormgeving. Om verwarring te voorkomen werd in 1964 met de naam Claeys gestopt (wat lijkt op Claas) en gekozen voor Clayson. Ook werd het typenummer M140 aan Armada toegevoegd. In 1966, kort voor het 60-jarig bestaan van Werkhuizen Leon Claeys, werd een meerderheid van de aandelen aan New Holland overgedaan. Tegelijkertijd nam Van Driel en Van Dorsten het importeurschap voor ons land over van Van Gemeren.

Bij de 8080 is veel aandacht aan het comfort en gemak voor de machinist besteed. De machine werd in 1976 geïntroduceerd met een 170 pk motor en 156x60cm dorstrommel. Bovendien is het de eerst Clayson met een nadorser. De cabine is een integraal onderdeel van het ontwerp.

Op proefboerderij De Vijf Roeden in Duiven worden proeven uitgevoerd met een gemechaniseerde hooiberg. In maart 1975 is door machinefabriek Trioliet-Mullos uit Losser de bestaande verdeel- en losinrichting vervangen door een zgn. carrousel. Hier de uitmonding van de blazerpijp bij het bestaande systeem.

Een centrale uitmonding van de blazerpijp en verdelerplaat.

Een gedeelte van de verdeelinrichting.

Centrale uitmonding van de blazer en de verdeelkap.

Bij het lossen van de berg is de pijpleiding doorverbonden en aan de onderkant aan het aanzuigstuk bevestigd.


Het hooi wordt uit de berg gezogen en naar de stal geblazen.

Luchtfoto van de Niemeijer (Niemeyer) fabriek in Riesebeck. In 1888 begon Heinrich Niemeijer met de productie van paardenploegen. In 1900 werd een fabriek gebouwd op het terrein waar de fabriek nu ook nog staat. Tegelijkertijd werden hooibouwwerktuigen geconstrueerd.

Met gas verwarmde doorloopoven voor de nabehandeling van smeedbaar gietijzer. Sinds 1910 beschikt het bedrijf over een eigen ijzergieterij. Het programma bestaat tegenwoordig uit ploegen, eggen, cirkelschudders, harken en harkschudders. Ook wordt er de Rotast kunstmeststrooier gefabriceerd.

Het harden van tandwielen. Het bedrijf is volledig familiebezit en werd tot 1976 door de familie Niemeijer geleid. Het bedrijf verkoopt in heel Europa maar ook andere landen. Voor Noord-Amerika heeft het bedrijf samen met Krone en Mengele een exportorganisatie. In Nederland wordt Niemeijer sinds 1906 door Brinkmann & Niemeijer te Zutphen geïmporteerd.

Automatisering en toepassing van elektronische apparatuur vindt buiten de landbouw meer en meer plaats. Het IMAG onderzoekt of dit in de rundveehouderij ook toepasbaar is. Hier een koe met zender voor de automatische koeherkenning.

Display in de melkstal waarbij ieder koenummer is af te lezen.

Melkmeetglas met weegarm voor het automatisch wegen van de melkhoeveelheid.

Datalogger waarin op bandpapier tweemaal daags de melkhoeveelheid per koe wordt vastgelegd.

Elektronisch geheugen voor 265 koeien waarin de koenummers met krachtvoerhoeveelheden is vastgelegd.

Krachtvoerdosering buiten de melkstal met een automatische koeherkenning.

Nadat de RIJP begin dit jaar de eerste 5 White Field Boss 4-180 trekkers van O. de Leeuw kreeg heeft het bedrijf in dezer dagen opnieuw 5 van deze trekkers afgeleverd. Zoals bekend hebben de trekkers een 10,42 liter Caterpillar 3208 V8 dieselmotor die 210 pk aan de motor levert en 180 pk aan de aftakas. De RIJP heeft nu 10 van deze trekkers in gebruik die worden ingezet bij de zware grondbewerking in Zuidelijk Flevoland. De dubbele montering en gunstige gewichtsverdeling zijn een belangrijke factor in de drassige en weke gronden.

Op 27 augustus werd in Wageningen de akte gepasseerd voor de Stichting Historische Landbouwtechniek. Deze stichting heeft als doel om machines bijeen te brengen en tentoon te stellen. Hierbij wordt voortgebouwd op de collectie landbouwwerktuigen van het voormalig Landbouwmuseum in Wageningen. De akte werd o.a. getekend door Prof. Quast, voorzitter van het bestuur.
REACTIES
Is die stichting nog steeds in Wageningen gevestigd ? Wederom een mooie reportage, Niels.
niewiem schreef:
Is die stichting nog steeds in Wageningen gevestigd ? Wederom een mooie reportage, Niels.
Nee, al zeker 25 jaar niet meer of langer.
VOEG EEN REACTIE TOE
U dient ingelogd te zijn om te kunnen reageren. Vul hieronder uw gebruikersnaamen wachtwoord in of registreer u als lid op Agrifoto.