Morsø Tractor Museum I

Zondag 17 november 2024 Delen

Wat doe je als de dagen korter worden en het weer natter? Wellicht een museumbezoekje. Dat doen we wel op Agrifoto. Deze zomer bezocht Erik Koolhof er verschillende. We trappen af met het Morsø Tractor Museum in Denemarken, waar 150 'vintage' trekkers staan.

Het Morsø Tractor Museum is naar eigen zeggen het oudste trekkermuseum in Denemarken. Het staat in Nykøbing, ten zuiden van Kopenhagen. De collectie bestaat uit ruim 150 trekkers van 100 verschillende merken. Bijna allemaal in de vintage klasse. De oudste stamt uit 1917 en de nieuwste uit 1960. Trekkers uit heel Europa zijn verenigd, maar ook uit Noord-Amerika. In totaal zijn er 7 schuren, goed voor 1400m².


De oudste trekker in de collectie. Een Heider van bouwjaar 1917. Bijzonder is dat de trekker voortbeweegt middels een soort duwbandconstructie en de motor op een rails staat, zodat hij van positie kan wisselen om een riem strakker of losser te trekken. Er werden 6 verkocht aan het Deense leger in 1920. De boer John Heider verkocht zijn bedrijf in 1916 aan de Rock Island Plow Company in Rock Island, Illinois.


Case 10-18 van bouwjaar 1919. Deze heeft een dwars geplaatste motor die 18 pk levert aan de poelie en 10 aan de trekhaak.


Hart-Parr 18-36 uit 1927. Naar eigen zeggen was deze fabrikant de uitvinder van het woord tractor. In 1929 gingen ze failliet en werden ze door Oliver overgenomen.


The Minneapolis 17-30 B van bouwjaar 1927. Later fuseerde de fabrikant met Moline.


Een wat bekender exemplaar: International Titan 10-20 van 1919. Tot en met 1922 werden er 78.000 stuks gebouwd. Ook in Denemarken liepen ze.


IH Farmall Regular van 1927. De eerste trekker met 2 voorwielen naast elkaar (narrow front) voor werken tussen gewassen.


RULA.


Massey Haris 744 D van 1951. Gebouwd in Schotland met een 6 cilinder Perkins motor.


Fordson E27N Major, eveneens met een Perkins 6 cilinder op diesel.


Turner MK2 van 1953. Uitgerust met een 4 cilinder V-motor. Slechts 4 jaar later stopte de productie bij 2.100 gebouwde Turner trekkers.


Field Marshall series 2 van 1947. Met een liggende 1 cilinder gloeikopmotor die je start met een schietpatroon of via het vliegwiel.


Fordson Major van 1952, een jaar na de introductie. Vooral het dieselmodel was populair.


Newman N4 van 1949, gebouwd in het Britse Bristol.


David Brown VAK 1A uit 1946. De voorloper van de Cropmaster en daarmee de oer-DB.


Fiat R231 Vigneto uit 1960, de nieuwste trekker.


Loiseau trekker voor gebruik in wijngaarden. Uitgerust met een Mercedes-Benz motor.


Fiat 211R die zo af fabriek door Fiat werd geleverd voor gebruik in boomgaarden.


IH O4. Eigenlijk een W4 Standard. Dankzij de Marshallhulp zijn er na de oorlog 6 van naar Denemarken gekomen voor gebruik in boomgaarden.


Ford-Ferguson 9N uit 1939. In totaal werden er 306.000 van gebouwd, maar het eindigde met een ruzie tussen Harry Ferguson en Henry Ford.


Allis-Chalmers model G.




Austin.


OTA Monarch uit 1951. Uitgerust met een Ford benzinemotor en gebouwd in Engeland.


Holder B10 uit 1952.


British Anzani.


Massey Ferguson 630 S.


Caterpillar scholingsmodel.


IH Farmall Cub en M-H Pony.




A-C model B.


A-C model U.


M-H 12-20 uit 1929. De trekker heeft geen framewerk maar een dragende bodemplaat.


M-H Pacemaker uit 1938. De eerste rode trekker van het merk dat later met Ferguson fuseerde.


Cleveland 'The General' uit 1939. Via het warenhuis Montgomery Ward kon de trekker ook via postorder worden gekocht.


Oliver 12-24 uit 1936. Uitgerust met een 6 cilinder benzinemotor. Destijds werd hij uitgeroepen tot de meest moderne trekker ter wereld. Tot en met 1948 werd hij gebouwd.


Oliver Hart-Parr 18/28 uit 1934. Een product van 5 fabrikanten die fuseerden. Er zijn er 3000 van gebouwd. De achterwielen zijn zo gemaakt voor gebruik in de kruidenteelt.


Twin City.


McCormick Deering 10-20. Het antwoord van IH op de Fordson model F in 1924. Er zijn er ruim 200.000 van gebouwd. Tot en met 1937 bleef hij in productie, toen de trekker inmiddels rood werd geverfd.


Case model D uit '39. Een volledig nieuwe trekker met optionele elektrische start. Gebouwd tot en met 1953, toen inmiddels ook een hefinrichting leverbaar was.


Case model R uit '39. Een jaar later werd hij alweer uit productie genomen en opgevolgd door het type VA.


John Deere model BR. Uitgerust met een 2 cilinder liggende motor. Er zijn er 'slechts' 11.000 van gebouwd, wat voor JD weinig is.


IH W-14 uit 1938. Met 12 pk en voor het eerst in het rood en niet in het grijs.


Chauvin R6 uit 1954. In 1947 startte de Fransman Albert Chauvin met het bouwen van trekkers op basis van Jeep onderdelen. In 1954 bracht hij een verbeterd model op de markt. Ook werden onderdelen van Farmall gebruikt.


Moto Treuil Giraud F5 uit 1951. Deze driewielige wijnbouwtrekker werd gebruikt voor het werken tussen de wijnranken.


Gunsmith MKII uitgerust met een 5 pk JAP motor. Later werd een Briggs & Stratton ingebouwd.


Gibson D. Het idee was om een zo goedkoop mogelijke trekker te bouwen. Zelfs op het stuurwiel werd bezuinigd.


Garner uit 1950, Engeland. Vooral bedoeld voor tuinbouwwerkzaamheden.


Fordson E27N 'The peace tractor'. Gebouwd in 1945 en geleverd via de Marshallhulp.


Fordson model N uit 1940.


Een model N uit 1934.


En een model N uit 1932.


Fahr.


Kramer.


Fordson model F uit 1924.


Omgebouwde Ford model T. In de VS waren er meer dan 100 bedrijven actief die deze auto's ombouwde tot 'trekker' zodat kleinere boeren ook de beschikking hadden tot een voertuig.


Panther 47 uit 1947. Hij heeft een 4 cilinder 16 pk motor en is gebouwd in Texas.


M-H GP uit 1932. Eén van de eerste trekkers met vierwielaandrijving en even grote wielen. Een succes werd het niet en 2 jaar later stopte de productie.


Minneapolis-Moline ZAS op propaangas.


Case model C (1938) en uitgerust met een houtgasgenerator van Bolinders die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgebouwd.